Naar het rijk van de Inca's: Cuzco en Machu Pichu

Na twee weken Spaanse cursus hebben we ook wel weer even zin in iets anders. We halen de rugzakken uit het vet en maken ons op voor een mooie rondreis Peru. In twee weken willen we een rondje Cuzco, Lima en Nazca maken. Het is achteraf iets anders gelopen dan gepland, maar niet minder spectaculair!

Het is inmiddels zondagochtend 4 mei als de bus Cuzco binnenrijdt. Met een beduusd hoofd stappen we de bus uit. Het was een koude nacht en we hebben de slaap maar nauwelijks kunnen vatten. We zijn bijna een uur te laat aangekomen, maar een medewerker van het hotel staat ons nog netjes buiten het busstation op te wachten. Na een snel ontbijt slapen we eerst nog even wat uurtjes bij! In de middag bekijken we in het lekkere zonnetje het centrum van Cuzco. Een mooi centrum met pleinen, smalle straatjes, bouwwerken uit Inca- en Spaanse tijd en natuurlijk het niet te missen Plaza de Armas. Het relaxte ruime plein wordt omringd door galerijen, een kathedraal en enkele kerken. In het midden bevindt zich een mooie fontein. Het plein wordt gevuld door duiven en de nodige mensen, zowel Peruanen als toeristen. Het valt wel op dat Cuzco echt veel toeristischer is dan Arequipa. De prijzen zijn ook allemaal iets hoger en we worden op straat meer aangesproken door verkopers, taxichauffeurs en bedelaars. Maar dat is natuurlijk allemaal niet voor niets. Cuzco is hoofdstad van het voormalige Incarijk. Dit rijk van de ‘kinderen van de zon' kwam tot stand in de 15e eeuw toen Inca Pachacutec begon met een grote uitbreiding van het grondgebied. Hij maakte van Cuzco een welvarende metropool met grandioze stenen gebouwen. ‘Qosqo' (de oorspronkelijke Incanaam) betekende voor de Inca's ‘navel van de wereld', overtuigd als ze waren dat hun schitterende stad de bron van alle leven was. Aan het einde van de middag houden wij het voor gezien en relaxen we nog wat in onze hotelkamer. 's Avonds zijn we te lui om ons bed uit te komen en laten we een pizza bezorgen. We moeten natuurlijk ook nog even bijkomen van het hoogteverschil. ;) Cuzco ligt namelijk ruim 3300 meter boven de zeespiegel!

De volgende dag staat in het teken van de ‘Sacred Valley' oftewel de Heilige Vallei. We hebben een dagtour geboekt die ons langs de hoogtepunten zal leiden. Gezellig met een groep achter een gids met een vlaggetje aanhobbelen dus! Ach, wel even lekker makkelijk. We gaan er eens lekker voor zitten vandaag. Het duurt uiteraard nog even voordat de bus vertrekt, maar daarna rijden we al snel door de bergen richting de vallei. We rijden nog amper een half uur en we mogen de bus al uit. Beetje jammer dat we er alleen maar dingen kunnen kopen bij de standjes die opgesteld staan. 'Oh nee hè, toch niet zo'n tour!', maar het blijkt allemaal mee te vallen. Bij de volgende stop hebben we al een prachtig uitzicht over de groene vallei, die eigenlijk Rio Urubamba vallei heet. We bezoeken vervolgens Pisac. We beklimmen de berg waarop zich een voormalige Inca citadel bevindt. De Incaruïnes zijn in zeer goede staat en geweldig om te zien. We zijn onder de indruk van het steenwerk van de woonhuizen, torens en tempels. Het is allemaal met veel precisie inelkaar gezet! Vanaf de ruïnes op de top hebben we een mooi uitzicht over de vallei en de onderliggende terrassen op de steile hellingen. Na de lunch rijden we in westelijke richting naar Ollantaytambo. Deze voormalige Incanederzetting is één van de best bewaard voorbeelden van Inca stedenplanning. Het indrukwekkende fort bovenop de met terrassen geflankeerde heuvel kijkt majestueus uit over het dorp. Het meest ongelofelijke zijn de gigantisch grote en gepolijste rotsblokken voor de Tempel van de Zon op de top van de berg. Het is nog steeds niet helemaal duidelijk hoe de Inca's destijds deze enorme stenen omhoog hebben weten te slepen aangezien ze uit een andere berg zes kilometer verderop zijn gehakt! Als laatste brengen we een bezoek aan Chinchero. Hier zien we wederom enkele Inca- ruïnes, maar deze keer gecombineerd met een koloniale kerk. Tijdens de terugreis zien we de zon mooi ondergaan achter de met sneeuw bedekte bergtoppen. 's Avonds eten we lekker bij een vegetarisch restaurant in Cuzco. Prima dagje!

Cuzco is een mooie stad, maar de belangrijkste reden waarom mensen hier komen is natuurlijk Machu Pichu! Wij zullen dit wereldwonder bereiken na een stevige trekking door de bergen. We doen een ‘alternatieve Incatrail' aangezien de originele Incatrail al weken van tevoren is volgeboekt en wij ons niet vantevoren wilden vastpinnen op een datum. De trail die wij lopen heet de Salkantay trek. Een trekking van maarliefst 84 kilometer die we in vier dagen afleggen! Vooral de mogelijkheid om dicht langs de hoogste bergen in de regio te lopen sprak ons aan. En nog leuker is dat we de trektocht samen met Simon en Sara zullen doen. Onze wereldreisvrienden uit Londen die we in Vietnam en Nieuw-Zeeland eerder hebben ontmoet deze reis! Als we 's ochtends onze kamerdeur opendoen en Simon en Sara al zien zitten is het weer een gezellig rendez-vous! Na het ontbijt krijgen we van onze Peruaanse gids een uitgebreide briefing over de trekking. 's Middags doen we wat inkopen in het centrum van Cuzco en 's avonds sluiten we de dag af met een gezellig etentje met Simon en Sara.

De volgende ochtend is het zover. Om 4:00 gaat de wekker! Twintig minuten later dan gepland (argh!) worden we opgehaald door een klein busje die ons praktisch naar de overkant van de straat brengt, waar we plaatsnemen in een lokale bus. Na een drie uur durende, behoorlijk koude busreis, komen we aan bij een soort ranche. Hier krijgen we een ontbijt en koffie (eindelijk!). De omgeving doet ons allemaal wakker worden: mooie bergen, een groen landschap en vooral; rust! We zullen de aankomende dagen doorbrengen met Sara, Simon en Joe en Sara (vader en dochter uit Nieuw Zeeland). Onze spullen worden gedragen door drie paarden, die worden bemand door twee mannen. Zij zullen iedere dag voor ons uit lopen om de lunch en het avondeten maken en de tenten op te zetten. Vandaag lopen we 22 kilometer over groene heuvels met uitzicht op witte bergtoppen. Het is warm in de zon, maar als we 's avonds aankomen bij het tentenkamp en de zon ondergaat is het direct al behoorlijk koud! We zitten hier ook al op 3700 meter hoogte. Gelukkig staat er thee en een schaal popcorn voor ons klaar. Die nacht hebben we een zware nacht. Met alle kleding aan liggen we in de slaapzak, maar nog is het koud.

We worden om 6:00 met een kopje cocathee gewekt de volgende ochtend, lekker warm! Na het ontbijt beginnen we aan de 30 kilometer die vandaag op het programma staat. Vanwege de koude nacht kost het even tijd om op te warmen, maar na drie kwartier hebben we de pas er goed in. Vandaag lopen we naar het hoogste punt van de trekking; een pas van 4600 meter! Na vijf uren bergje op worden we getrakteerd op een geweldig uitzicht op de Salkantay, een berg van 6271 meter hoogte. We tanken even bij met wat chocolade en broodjes en wandelen daarna verder want we hebben nog drie uren te gaan. Moe maar voldaan komen we aan het einde van de middag aan bij het tentenkamp. Gezien de lagere ligging is het hier gelukkig een stuk warmer. We krijgen een lekkere maaltijd voorgeschoteld voordat we redelijk vroeg onze tent inkruipen.

De volgende dag hoeven we slechts 5,5 uur te lopen, dus een ‘ontspannen' dagje. We dalen verder af en lopen door een jungleachtige omgeving met rivieren en watervallen. We komen gelukkig niet al te laat aan bij onze slaapplaats voor vanavond. Na de lunch stappen we in het busje dat ons naar de nabijgelegen hotsprings brengt, joepie! We rijden door het kleine plaatsje Santa Teresa, maar rijden dan tegen een wegblokkade aan. Ze zijn aan het werk en we kunnen er niet langs, balen! We keren terug en proberen het om half vijf nog een keer en met succes! Met een mooi uitzicht op de omliggende bergen komen onze spieren heerlijk tot rust in het warme water!

Ook vandaag beginnen we weer vroeg aan de wandeling. In drie uren bereiken we een mooi uitzichtspunt en maken we op afstand voor het eerst kennis met Machu Pichu! We zitten ongeveer op dezelfde hoogte en kijken recht tegen het tafereel aan, tenzij een wolk het zicht belemmert. Na een korte stop bij een Incaruïne met uitzicht op Machu Pichu lopen we meer dan twee uren naar beneden richting het treinstation. Vanaf hier nemen we na de lunch de trein naar Aquas Calientes. Dit toeristische dorp is voor velen de toegangspoort tot Machu Pichu. Vanavond nemen we voor het eerst in vier dagen een lekker warme douche en slapen we in een lekker bed!

Machu Pichu is een oude Incastad en de ruïnes bevinden zich midden in de bergen op een bijna onmogelijke plek. Dat is ook de reden dat de ruïnes nog staan: de Spaanse overwinnaars hebben Machu Pichu gelukkig nooit ontdekt. Deze historische plaats die stamt uit 1438-1470 is pas in 1911 bij toeval ontdekt door een Amerikaanse historicus. De precieze functie van Machu Pichu in de tijd van de Inca's is niet geheel duidelijk. Gezien de bouwwerken is wel duidelijk dat het hier ging om een ceremonisch centrum.

We nemen 's morgens vroeg de eerste bus naar Machu Pichu. Langzaam sluipt de bus de berg op. Vol verwachting laten we ons toegangsticket knippen en lopen we richting de nederzetting. En dan krijgen we de klassieke ‘postcard-picture' voorgeschoteld: Machu Pichu in vol ornaat!! We zijn de eerste mensen in het park en hoe cliché het ook mag klinken..het is een bijna magische aanblik! Je ziet de geschiedenis zich bijna voor je ogen afspelen en de locatie is echt fantastisch zo tussen de bergtoppen. Hier en daar een vogeltje tussen de ruïnes, een beetje bewolking, de groene graslakentjes op de terrassen...wat een rust! Een gids neemt ons snel mee naar de belangrijkste plekken nu er nog nauwelijks mensen zijn. De contouren van een oude stad zijn goed te zien en het is bijna niet geloven dat dit allemaal nog staat. Hoe hebben deze mensen dit in die tijd allemaal kunnen bouwen! Samen met de gids lopen we langs verschillende ruïnes: de zonnetempel (waar we de eerste zonnestralen vanachter de bergen ontvangen), tempel van de drie ramen en de tempel van de condor.

Na de rondleiding beklimmen we de Wayna Picchu, de steile berg gelegen aan de achterkant van de ruïnes. Het is een behoorlijke klim, maar het uitzicht over Machu Pichu is geweldig. Na de beklimming lopen we nog een paar uurtjes door de ruïnes. We hebben de gehele dag om alles rustig te bekijken. We voelen onze ledematen toch ook wel en gaan op één van de hoogste terrassen lekker zitten om het uitzicht in ons op te nemen. Uiteindelijk slapen we er zelfs even! In de middag nemen we de bus terug naar Aguas Calientes. Snel wat eten en daarna de trein in. De vier uren in de trein trotseren we met Inca-cola en gezellig wat potjes kaarten met Simon en Sara. In Cuzco nemen we een taxi naar ons vertrouwde hotel en binnen no time zijn we in dromenland...zeer voldaan!

12 Mei is een rustdag. We chillen, we wassen, we regelen, we lopen een rondje in de stad en eten 's avonds met Simon en Sara bij ons favoriete vegetarische restaurant. In een bar doen we nog een afscheidsdrankje. Het was gezellig! De volgende dag zitten we alweer om 7 uur 's ochtends (nee wij hebben geen vakantie hoor!) in de taxi naar het vliegveld. Aangekomen op het vliegveld ontdekken we al snel dat alle vluchten naar Lima zijn uitgesteld vanwege slecht weer. We kunnen wel inchecken, want in plaats van kwart over 8 vliegen we nu om half 11. Hmm, vooruit dan maar. De vertrekhal begint ook steeds voller te lopen en we vragen ons af hoe het af zal lopen. Onze vlucht wordt vervolgens maarliefst uitgesteld tot kwart over 4! Sjonge jonge, daar zaten we niet op te wachten. Laurens, heeft inmiddels stiekem een ingenieus plan bedacht om de vlucht om te boeken naar Arequipa, waar het weer wel goed is. Laurens wil namelijk graag de Chachani (berg in Arequipa) beklimmen en om dit te doen is acclimatisatie vereist. Die heeft hij nu vanwege het verblijf in Cuzco en de trekking, maar het veel lager gelegen Lima en Nazca zullen dit weer teniet doen. Zo gezegd zo gedaan..bij de balie kunnen we de vlucht kosteloos omboeken en voor we het weten zitten we in ons vliegtuig terug naar Arequipa! Bij aankomst geeft de aanblik van de Misti vulkaan ons weer een vertrouwd gevoel. Bij Colca Trek regelen we nog diezelfde middag de bergbeklimming voor de volgende dag. Laurens gaat een berg beklimmen! Of dat lukt lezen jullie de volgende keer.

Aprendemos Espanol en Arequipa, Peru

Op donderdag 17 april jl. springen we na ons ontbijt in het Chileense grensplaatsje Arica in een taxi. Samen met drie zeer gezellige Chileense dames, waaronder de chauffeuse, rijden we de grens over. De grenscontroles gaan voorspoedig en voor we het weten staan we op het busstation van Tacna in Peru. Op het station blijkt onze bus richting Arequipa 2.5 uur later te vertrekken dan verwacht, dus hebben we mooi wat tijd om onze e-mail bij te werken. De bus richting Arequipa is iets minder comfortabel dan wat we gewend zijn in Chili, maar de veiligheidsmaatregelen maken veel goed. Er worden video-opnames gemaakt van iedere passagier, even lachen naar de camera! Onze busreis wordt onderbroken door een soort controle die ongeveer een uur duurt! We zijn de grens toch al over? Een dame legt uit dat er wordt gecontroleerd op illegale goederen. Een grondige inspectie (not!) van de tassen wijst uit dat er alleen legale goederen aan boord zijn, gelukkig! Zeven uren en een stevig potje Spaanse Bingo later, komen we rond zeven uur aan op het busstation van Arequipa.

Arequipa is gelegen in het zuiden van Peru en met haar 760.000 inwoners, is het de op één na grootste stad van het land. De stad ligt op 2300 meter hoogte en is omgeven door bergen en vulkanen. Voor ons de ideale plek om ons Spaans een beetje op te krikken. We blijven hier in ieder geval twee weken voor een Spaanse cursus bij Llama Education. Een uur later dan gepland komen we aan op het busstation van Arequipa, waar Maria, stichtster van de taalschool, gelukkig nog op ons zit te wachten. Samen met haar Canadese vriend springen we in de auto. Maria vuurt tal van Spaanse vragen op ons af waarop we twijfelachtig niks anders antwoorden dan Si, Si. We komen aan in Cerro Colorado, de buurt van Arequipa waar Maria met haar twee dochtertjes van vijf en zeven woont. Voordat we het ‘blok' binnengaan, moet er door de beveiliging eerst een hek worden geopend. We vragen ons af of dit een goed of slecht teken is! We zitten in ieder geval niet in de beroerdste wijk van Arequipa. Het is niet vergelijkbaar met de nieuwbouwwoningen in Nederland, maar Maria heeft met haar twee kinderen een groot huis tot haar beschikking. Ze legt ons in het Spaans uit dat dit tevens de school is. De begane grond is voor de familie en bestaat uit twee slaapkamers, een keuken en een woon- en eetkamer. Hier schuiven we drie keer per dag aan voor het ontbijt, lunch en avondeten, gezellig met de familie! De eerste verdieping bestaat uit een grotere ruimte met een lesgedeelte, een computer met Internet en een relaxruimte met TV voor de studenten. Er is hier nog een slaapkamer voor een student en twee leskamers. Op de bovenste verdieping slapen wij in een grote kamer met eigen douche en toilet en een balkon met uitzicht over de stad, wat een luxe!! Nadat we met de familie hebben gegeten, trekken we ons terug in onze kamer. Maandag begint onze cursus, we hebben er zin in!

De volgende ochtend worden we wakker van de zon die onze kamer binnenschijnt. Hoe koud het gisteravond was, zo warm is het nu. Vanaf het balkon hebben we een spectaculair uitzicht over de vulkaan El Misti en de vulkaanberg Chachani. Na het ontbijt bezoeken we samen met Maria, Roland, Sonja en Diana het centrum van Arequipa. We lopen langs een onwijs drukke weg richting Saga, een groot winkelcentrum op 15 minuten loopafstand van het huis. We zien ontelbaar veel busjes af- en aanscheuren. De groene busjes schijnen het veiligst te zijn. Voor een halve sol (ongeveer 0,10 eurocent) vervoert dit busje je naar het centrum. Het zijn eigenlijk kleine lijnbusjes in dertig verschillende soorten. Ieder busje heeft wel iemand uit de deur hangen die de bestemming van het busje door de straat schreeuwt, gezelligheid! Naast deze busjes is de weg ook bezaaid met kleine taxi's. Onwijs veel koekblikjes maken hier de weg onveilig. Ze zijn iets duurder: voor drie sol brengen ze je naar het centrum, maar het is wel belangrijk om van tevoren de prijs goed af te spreken. Er staan ook veel standjes langs de weg met drankjes en snacks, ondernemende mensen die Peruanen! Nadat één van de groene busjes ons heeft afgezet in het centrum, begrijpen we meteen waarom Arequipa ook wel ‘White City' wordt genoemd. De gebouwen zijn hier gemaakt van witte vulkaanstenen, een lust voor het oog. Nadat we op een relaxt tempo de binnenstad zijn doorgelopen, keren we terug naar huis.

Op zaterdagochtend bevinden we ons in een overdekte hal volgestampt met kraampjes. Fruit, vis, groente, speelgoed, sombrero's, hier kun je echt alles kopen! Het is opvallend dat er geen horden met verkopers op ons afkomen, zoals we in Azië zijn gewend. Maria en Roland zetten ons daarna af bij Saga, waar we de winkels verkennen en iets lekkers eten in de foodcourt. Dit winkelcentrum is een modern gebouw met winkels, een MCdonalds en een bioscoop. De volgende middag worden we door Maria meegenomen naar een kinderfeestje in de buurt. We nemen plaats in een woonkamer waar allerlei stoelen langs de muur zijn opgesteld. De volwassenen zitten in een soort kring terwijl de kinderen door de kamer springen. De muziek knalt uit de speakers en we worden bijna misselijk van de snoep en frisdrank die we te verwerken krijgen. Uiteindelijk komt dan echt waarop we allen hebben zitten wachten; de clown! De kinderen zijn door het dolle heen en al begrijpen we niks van wat de clown uitkraamt, het is allemaal onwijs grappig. Na dit optreden zingen we met zijn allen ‘Feliz Compleanos' voor de jarige die vandaag zeven jaar is geworden. Na een afscheidsrede van vader en moeder, is het feest voorbij en zijn alle kindertjes blij (waaronder Laurens en Christina). Maria vertelt dat dit soort feestjes worden betaald uit een grote pot die door de bezoekers bij elkaar wordt gelegd. Leuk detail: de cadeautjes worden overhandigd, maar niet tijdens het feestje uitgepakt.

Op maandagochtend negen uur beginnen onze Spaanse lessen. Laurens krijgt les van Lisette en Christina van Pablo. Twee uren lang worden we gebombardeerd met allerlei theorie en ´s middags van drie tot vijf wordt de theorie in een praktijkles omgezet. Samen met Maria nemen we dan wat lesjes door en hebben we gesprekjes in het Spaans. Het is een intense maar leerzame week! Op zondag gaan we met het gezin mee naar een markt waar vooral elektronica, zonnebrillen en DVD´s de koopwaar zijn. Als we ontdekken dat we voor vier DVD´s slechts tien soles (2,50 euro) betalen, kunnen we het niet laten en gaan we helemaal los! 64 DVD's later hebben we de nodige seizoenen van Sex and the City, Rome, Prison Break en Grey's Anatomy gekocht! We lopen nog wat rond voordat we richting de speeltuin gaan. De kinderen gaan helemaal los in een soort pretpark voor kleine kinderen en natuurlijk kan ook Laurens het niet laten om één van de attracties uit te proberen. De klimwand is wat glibberig en zelfs het zevenjarige jongetje komt verder de wand op dan Laurens.

De tweede week cursus is even intens als de eerste, maar gelukkig hebben we in de middag van 30 april wat afleiding. Het is immers Koninginnedag en dat moet gevierd worden! Samen met Maria en de kids gaan we naar een echt Hollands feestje. Oranje T-shirts, frisdrank en hapjes, overdrijvende Nederlanders en natuurlijk de stoelendans. Drie halveliters cerveza later is het toch wel gezellig, maar zijn we niet getreurd als we in de auto naar huis zitten.

Op vrijdag 2 mei sluiten we onze eerste twee weken cursus af. Een beetje overspoeld met werkwoorden en een hoeveelheid aan vocabulaire, weten we niet zeker of we nu beter Spaans spreken dan twee weken geleden! Doordat we zoveel leren komen we er ook achter dat er nog zoveel te leren is! De waarheid is dat we het in ieder geval de taal een stuk beter verstaan en ook zeker wel beter spreken, maar we besluiten wel om er nog twee weken aan vast te plakken. We gaan nu eerst twee weken rondreizen in Peru. Eerste bestemming is Cuzco waar we een trekking richting Machu Pichu willen gaan maken. 's Avonds nemen we afscheid en stappen we in de nachtbus van Cruz del Sur. We gaan een koude, enigszins krappe nacht tegemoet, maar dan zijn we de volgende dag wel in de oude hoofdstad van het Inca-imperium: Cuzco. Daarover volgende keer meer!

Belevenissen op hoogte in Noord-Chili

Dit is deel twee van onze overlandreis door Chili. We spenderen onze laatste week in het droge (en hoge) noorden van het land. Het zijn deze laatste dagen in Chili die ons misschien wel het meest bij gaan blijven. Waarom? Lees voort!

Plaats: La Serena. Datum: 7 april. We stappen voor de verandering maar weer es in de bus. Ditmaal echter een slaapbus (cama)! Eindbestemming is Iquique. De busreis duurt ongeveer 18 uren, dus we komen pas de volgende ochtend aan. Stipt 4 uur in de middag rijdt de bus weg. Als we bijna het busstation uitrijden vraagt de controleur enigszins in paniek waar Laurens is. Voor zover Christina weet, moest hij even naar de wc. Hij blijkt niet op de wc in de bus te zitten, maar gelukkig zien ze hem een sprintje richting de bus maken. Meneer wilde nog even een blikje cola halen, aha! Wij hebben de duurste slaapbus (nog steeds erg goedkoop) dus een heerlijke stoel met zeeën van ruimte. We zitten helemaal vooraan, boven in de bus, wat een mooi uitzicht geeft. Tegen alle verwachtingen in slapen we redelijk en voor we het weten is het maandagochtend. We trekken de gordijnen open en kijken uit over een erg droog landschap, grenzend aan zee. Toch weer een heel verschil met het landschap rondom La Serena. Langzaam komt er een grotere stad in zicht en we verbazen ons over het feit dat de Chilenen zo'n grote stad hebben weten te creëren midden in een woestijn. Het is nog even zoeken naar een slaapplaats, maar we vinden uiteindelijk een heel relaxt optrekje tegen een redelijke prijs. Vandaag en morgen doen we lekker niks!

Op donderdagochtend worden we door een dame in een minibusje opgehaald. Vandaag gaan we paragliden! We rijden met het busje steil omhoog naar de plaats waar we gaan gliden. Met een mooi uitzicht over de stad worden we vastgemaakt aan onze paraglidebuddy en wanneer de wind net goed is, rennen we letterlijk de vallei in. Wat een apart gevoel! We zweven een lange tijd op dezelfde hoogte om daarna langzaam naar beneden te zweven richting het strand. Onderweg vliegen we over een enorme zandduin en de stad zelf. Na een 40 minuten 'gliden' staan we weer op vaste grond, wat is dit ontspannen zeg! De rest van de dag komen we bij van deze mooie en nieuwe ervaring.

We zijn in Iquique omdat we graag een vierdaagse trip willen maken door de hooglanden van Chili. We boeken deze trip uiteindelijk bij Sergio, een hele enthousiaste Chileen met jarenlange ervaring. Op zaterdagochtend worden we netjes door Sergio opgehaald bij ons hotel. De bus waarin we de aankomende dagen zullen doorbrengen is wel wat groter dan we hadden verwacht, hier passen wel 12 man in! Sergio legt uit dat hij normaal een kleinere 4x4 heeft, maar dat die net gespoten is. We zetten Sergio's zoontje af bij school, rijden nog langs het huis van Sergio om wat laatste zaken te regelen en daarna zijn we onderweg richting de eerste stop, Santa Laura. Het is bijna niet voor te stellen dat de helft van de inkomsten van heel Chili uit nitraatwinning voortkwam. Het noordelijk deel van het land zat vol met deze grondstof. Nitraat werd in deze periode ontzettend veel door Europa en Noord-Amerika gebruikt als mestproduct. De hele industrie klapte in tijdens de tweede wereldoorlog. Eerst door de blokkade van verkoop aan de grootste klant Duitsland en daarna door vinding van een synthetisch nitraat. Santa Laura is een oude nitraatfabriek, hier werkten vroeger honderden mensen. Het is een surrealistisch gezicht, zo´n oude fabriek midden in de woestijn. We vervolgen onze weg naar Humberstone, één van de oude nitraatstadjes, wat nu niet meer is dan een spookstad. We wandelen door dit verlaten stadje, bezoeken het oude theater, de school en het hotel met een groot leeg zwembad achterin.

Onze gids Sergio is de vader van twee kinderen en is getrouwd met een Zwitserse. Hij heeft meer dan vijf jaar in Zwitserland gewoond en spreekt erg goed Duits. Het is een interessante persoonlijkheid. We komen er al snel achter dat we hier te maken hebben met een echte milieuactivist. Sergio is erg gehecht aan de noordelijke regio, een prachtig stuk natuur waar veel wildleven rondloopt. Er wordt in de Noordelijke regio veel koper gewonnen, een proces dat de natuur in deze prachtige omgeving niet onberoerd laat. Voor het winnen van koper is veel water nodig, wat hier uit de grond wordt gewonnen, ten koste van de natuur. Hij laat ons een grote poster zien met een foto van een prachtig groen landschap en een foto van een grote dorre vlakte. In dit gebied broeden vroeger de flamingo´s die hun heil nu ergens anders moeten zoeken. Hij vertelt ons honderduit over de omgeving en we zijn erg onder de indruk van zijn kennis over het gebied.

We stoppen voor de lunch in een klein stadje. Het restaurant waar Sergio z´n oog op had, is gesloten door de overheid, te weinig belasting betaald. We nemen plaats aan een tafeltje in een naburig restaurant en krijgen een heerlijke salade en omelet voorgeschoteld. De eigenaar is een enthousiast karakter en hij zoent Laurens bijna als hij zijn t-shirt ziet. Colo Colo is één van de twee grote voetbalteams van Chile en deze meneer is duidelijk fan. Sergio vertelt dat het niet slim is om met een voetbalshirt rond te lopen in Chili. Voetbal is in Chili de numero uno beoefende sport en net als fans zijn er ook tegenhangers van Colo Colo die net zo enthousiast zijn! Na de lunch rijden we verder naar Gigante de Atacama, 's werelds grootste geoglyph. We kijken tegen een duinwand aan met een afdruk van 86 meter lang! Volgens Sergio is deze geoglyph meer dan duizend jaar oud, ongelofelijk!

We rijden daarna door een droog, stenen landschap naar 3000 meter hoogte. We zien grote cactussen, tot onze verbazing een vos, mooie zandheuvels en de eerste besneeuwde bergtoppen. Sergio laat ons een mooie steenformatie zien en hij geeft aan dat het tijd is voor z'n siësta. Hij slaapt vijf minuutjes voordat we weer verder rijden. Hoe warm het vanmorgen op zeeniveau was, zo koud is het nu. We trekken steeds meer kleren aan, brrr. Langzaam verdwijnt de zon achter de bergen en we komen aan in het stadje Colchane, vlak aan de grens met Bolivia. Het hostel wordt gerund door Aymara's, de op één na grootste inheemse bevolkingsgroep van Zuid-Amerika. De Aymara's leven zowel in Chili als Peru en Bolivia. In de zestiger jaren zijn veel Aymara's van de hooglanden naar de kustplaatsen Arica en Iquique verhuisd. Veel van de kleine stadjes zijn hier dan ook erg rustig. De stadjes leven op tijdens religieuze feesten die de Aymara's van de steden naar het hoogland doen komen. De Aymara's die hier wel leven, verdienen hun geld aan lama's, schapen en het verbouwen van aardappelen en barley. Het uiterlijk van deze mensen doet ons enorm denken aan de Tibetanen. Sergio legt uit dat er een theorie is dat ze inderdaad afstammen van de Mongoolse nomaden, net als de Tibetanen. Na het eten stappen we in bed, we gaan op 3750 meter een koude nacht tegemoet!

We nuttigen de volgende ochtend een lekker ontbijt met broodjes, geklopte eieren, koffie en thee. Christina begint te wennen aan de instant koffie van Chili. Verse koffie wordt hier nauwelijks geschonken. Er wordt meestal instant Nescafé voorgeschoteld, aangemaakt met hete melk. Sergio vertelt dat er wel restaurants zijn die hun eigen koffie maken, beter bekend als 'koffie-met-benen'. Deze koffiehuizen worden druk bezocht door Chileense mannen (vrouwen komen hier niet). De koffie wordt bediend door mooie dames, die naast koffie een leuk praatje met de mannen maken. Volgens Sergio zijn er ook koffiehuizen waar de ‘bediening' iets verder gaat dan alleen koffie bedienen, maar dat wordt niet als 'classy' beschouwd. We rijden vanuit Colchane richting Parque Nacional Volcan Isluga. We rijden door een landschap vol met lama's, vicuna's en guanaco's (de laatste twee behoren tot dezelfde familie als de lama). Het landschap is adembenemend! Voordat we het stadje Isluga binnenrijden, stoppen we even bij een begraafplaats. De mensen eren hun doden heel anders dan in Nederland. Er wordt veel gebruik gemaakt van kleur, wat een begraafplaats een heel aparte sfeer geeft. Het stadje Isluga heeft zijn naam te danken aan de 5500-meter hoge sneeuwbedekte vulkaan. Het kleine stadje wordt gedomineerd door een mooie kerk in het midden. Het is hier ontzettend rustig en afgezien van een vrouwelijke Aymara zien we hier verder niemand.

Vanuit Isluga rijden we verder en nemen de geweldige omgeving in ons op. We zien in de verte de eerste flamingo's en we maken kennis met de vizcacha, een knaagdier dat lijkt op een kruising tussen een konijn en chinchilla en over de rotsen huppelt als een kangoeroe. Na de lunch rijden we over het hoogste punt van 4700 meter, de lucht is ijl en het is hier koud! Terwijl het donker begint te worden, komen we aan bij onze verblijfplaats voor vannacht. Op 4050 meter zetten we naast een grote heetwaterbron onze tent op. Er is hier verder niemand en het uitzicht op de met stoom omgeven hotsprings, de uitgestrekte vlakte en in de verte de bergen met sneeuwtoppen is adembenemend. Als de zon achter de bergen is verdwenen schotelt Sergio ons een prima maaltijd voor en geeft ons een workshop 'hoe-maak-ik-pisco-sour'. Als we naar buiten gaan is de temperatuur gedaald tot onder het vriespunt, maar wij maken ons klaar voor een dip in de hotspring! In het donker banen we ons een weg naar de rand van de bron en trekken onze kleren uit. Stevig tandenklapperend laten we ons langzaam zakken in het erg hete water. Het is even pittig, maar daarna heerlijk! Onder de sterrenhemel nuttigen we een glaasje Pisco Sour, geniaal!

De volgende ochtend nemen we meteen een sprintje naar de hotspring, even wakker worden! Vandaag rijden we vanuit Parque Nacional Volcan Isluga via de zoutvlakte door naar Parque Nacional Lauca. Een reis die ons voert door een landschap van meren met honderden flamingo´s, uitgestrekte witte zoutvlaktes, honderden dieren, witte bergtoppen, vulkanen en kleine verlaten dorpjes. De Parinacota vulkaan en het Lago Chungará geven ons een geweldig uitzicht terwijl de zon ondergaat. Voordat we onze verblijfplaats bereiken, rijden we nog door een klein plaatsje waar we stoppen voor een controlepost. Zodra we aan komen rijden komt er een grote witte lama op ons af. Sergio legt uit dat dit een makke lama is die bij iedere auto leurt voor een koekje. En inderdaad, hij wandelt naar de passagierskant en kijkt door het raam, in afwachting van wat lekkers. Hij houdt gelukkig van chocoladekoekjes en als wij wegrijden wandelt meneer rustig terug naar z'n plekje, in afwachting van zijn volgende slachtoffer. We verblijven die avond in Putre, net buiten het nationaal park. We eten bij een gezellig restaurantje, maar zoeken al snel ons bed op. We zijn moe!

De volgende ochtend lopen we na het ontbijt door Putre, wederom een rustig dorpje met in het midden een leuk pleintje. Vandaag rijden we door naar onze eindbestemming Arica. We rijden alweer een tijdje over de geasfalteerde weg en komen de één na de andere Boliviaanse vrachtwagen tegen. Sergio heeft ons tijdens de rit al vele illegale wegen vanuit Bolivia aangewezen. Er worden vanuit Chili veel goederen illegaal de grens over gesmokkeld naar Bolivia. We komen vooral ladingen vrachtwagens tegen met auto's, volgens Sergio veel gestolen auto's uit Iquique. We eten onderweg nog bij een schattig restaurantje en komen rond drie uur aan in Arica. Sergio brengt ons nog naar een uitkijkpunt vanwaar we over de stad en zee kunnen kijken. Nadat hij ons heeft afgezet bij ons hotel nemen we afscheid. Het was een geweldige trip en een toffe peer, die Sergio! We verblijven twee dagen in het niet al te boeiende grensplaatsje voordat we de oversteek maken naar Peru. Een heel nieuw avontuur waar we met smart naar uitkijken!

Chili, van de gletsjers naar de woestijn

Denk je aan Chili, dan denk je natuurlijk aan de vreemde vorm van het land: lang en dun. Sla voor de grap de atlas eens open. Hoe krijgen ze het voorelkaar! Chili is bijna 4000 kilometer lang (dat is van Noorwegen tot Nigeria!) en gemiddeld 180 kilometer breed. Wij zijn de afgelopen tweeënhalve week van zuid naar noord Chili gereisd. Over land, over zee en een stukje door de lucht. Maar niet met het vliegtuig! Hier volgt deel één van onze belevenissen.

Het is inmiddels alweer 26 maart. Samen met een Zwitsers stel lopen we door de straten van het Argentijnse grensplaatsje Los Antiguos. Het waait, maar de ochtendzon warmt ons al lekker op. We vinden een minibusje dat ons over de grens naar Chile Chico kan brengen. De tassen worden vakkundig op het dak vastgemaakt en we nemen plaats tussen de lokalen. Als we nog geen twee minuten onderweg zijn, laat de chauffeur ons weten dat we toch niet meekunnen! Er zijn iets teveel mensen die nog meemoeten. Ah, altijd handig! Hij zet ons weer af en gaat een ander busje voor ons bellen. Ruim een half uur later rijden we richting de grens. Het is de vierde (en voorlopig laatste) keer dat we de Argentijns-Chileense grens passeren.

Na de grensformaliteiten worden we na tien minuten rijden afgezet in Chile Chico. Dit plaatsje ligt midden in Patagonië aan het één-na-grootste meer van Zuid-Amerika: Lago General Carrera. We nemen de veerboot en genieten buiten op dek van het prachtige uitzicht.
Als we aankomen in Puerto Ibañez staat ons aansluitend transport al klaar. We rijden over de Carretera Austral naar Coyhaique. Deze 'weg naar het zuiden' is de Chileense variant van de Ruta 40 in Argentinië. Het landschap is opeens ook een stuk groener en de avondzon doet de beboste heuvels en valleien prachtig oplichten. Onderweg zien we de indrukwekkende 'Cerro Castillo'. De spitsen van deze berg doen inderdaad denken aan een kasteel. In Coyhaique vinden we een hostel en we eten 's avonds gezellig met de Zwitserse Elian en Philip. Die nacht lijkt het wel of alle honden uit de stad voor onze kamerdeur staan te blaffen, dat is dan wel weer jammer.

De opvolgende twee dagen verblijven we in Coyhaique. Een gezellig stadje midden in de heuvels. Eindelijk een typisch Chileens stadje in plaats van de met toeristen gevulde stadjes in Patagonië. Zoals iedere Chileense stad heeft ook Coyhaique een Plaza de Armas. Dit is een centraal plein, vaak met bomen en een fontein. Ideaal voor het 'mensen-kijken'. We zien schoolkinderen in uniform, lunchende zakenmannen en vrouwen die gezellig in gesprek zijn. Chili is één van de meest ontwikkelde landen in Zuid-Amerika en volgens de reisgids zelfs minder corrupt dan Frankrijk en Japan. Wij geloven dat inmiddels wel. De Chilenen zijn ook erg aardig en de service overal snel en discreet. Het reizen in Chili bevalt ons goed. De bussen zijn ruim en vertrekken op tijd. We besluiten de gehele lengteas van Chili over land te gaan bereizen!

In Coyhaique komen we erachter dat het toeristenseizoen in het gebied voorbij is. In plaats van onze weg langs de Carretera Austral te vervolgen boeken we twee tickets voor de veerdienst naar Puerto Montt. Zaterdag 29 maart nemen we 's avonds om zes uur de bus naar Chacabuco. We worden netjes afgezet bij de vertrekhal van de veerboot. We hebben nog mooi de tijd om in een sjiek, maar niet eens duur restaurant te eten. Als we de vertrekhal rond tien uur inlopen zien we tot onze verbazing Elian en Philip ook zitten, gezellig! Samen met nog drie anderen lopen we naar het schip. Naast een handjevol Chilenen zijn we de enige toeristen! Als een pakketje worden we met een gigantische lift naar een hogergelegen dek gebracht. Van de enkele vrachtwagens die hier staan zijn er een paar gevuld met vee. Hmm, heerlijk geurtje! Het einde van het toeristenseizoen heeft ook z'n voordelen, in onze vierpersoonscabin hebben we elk een stapelbed voor onszelf! Na de veiligheidsinstructie in het restaurant wordt er nog een film vertoond, maar wij zijn moe en gaan slapen. Om zes uur 's nachts gaat het schip pas varen.

De volgende ochtend zitten we samen met onze medereizigers netjes om 9 uur klaar voor het ontbijt. Er lijkt alleen nog weinig actie te zijn. We komen erachter dat afgelopen nacht de klok een uur vooruit is gegaan, handig! De dag op de boot is erg relaxt. Beetje praten, lezen en muziek luisteren. Vanaf de brug zien we zelfs walvissen en dolfijnen. ´s Avonds om half 9 komen we aan in Puerto Montt. De medewerkers beginnen met lossen, maar wij brengen de nacht nog wel door op het schip. Hebben we ook voor betaald, dus makkelijke keuze! De volgende ochtend lopen we om zeven uur van het schip af. Aangezien Puerto Montt niet de meest bruisende stad van Chili is, besluiten we vandaag direct door te reizen naar Santiago. Na het ontbijt met de groep nemen we samen met Elian en Philip plaats in de bus. Na een busreis van 14 uur, komen we ´s avonds om 11 uur vermoeid aan in Santiago. In de wijk 'Londres' vlakbij het centrum van de stad vinden we een betaalbaar hotel.

De volgende dag lopen we wat door het centrum van Santiago. We zijn erg blij want de korte broek en slippers kunnen weer aan! Door ons eerdere bezoek hebben we het gevoel de stad al een beetje te kennen. We moeten wel weer even wennen aan de drukte, overal lopen mensen! We regelen een dagtour voor de volgende dag, doen een pakketje op de bus en halen kaarten voor een optreden van Underworld en Paul Oakenfold! Op een gegeven moment merkt Christina op dat de rugtas van Laurens half open staat. Laurens schrikt, daar zitten de paspoorten ook in! Snel controleren..nee, dit kan niet waar zijn, paspoorten weg! Laurens kijkt Christina aan..ze begint te lachen en zwaait met de paspoorten, 1 april! Haha, leuk hoor! Het troostbiertje op het terras bij Plaza de Armas smaakt verder prima.

Op woensdag bezoeken we Valparaiso en Viña del Mar, twee aan elkaar grenzende steden aan de kust. De eerste een oude havenstad en de andere een moderne resort-achtige strandstad. De bus brengt ons eerst naar Valparaiso. Deze stad is gebouwd op de vele heuvels rondom een grote baai. We zien er het huis (omgedoopt tot museum) van de bekende Chileense dichter Pablo Neruda. Samen met de groep, bijna allemaal Chilenen, lopen we vervolgens door de steile straten. We nemen ook een minitrein die de bewoners nog steeds gebruiken om de hele steile stukken af te leggen. Na de lunch gaan we naar Viña del Mar. Deze stad geeft inderdaad een heel ander beeld. We zien het mooie strand, maar het is helaas bewolkt vandaag. Voor slechts enkele duizenden pesos (700 pesos is 1 euro) kopen we een shirt voor Laurens en een sjaal voor Christina. Bij de volgende stop staat een originele Moai (paaseiland beeld), maar daar krijgen wij het natuurlijk niet warm van. De chocolademelk bij een restaurant verderop daarentegen... Aan het einde van de middag rijden we terug naar Santiago. Toch leuk om deze steden gezien te hebben. 's Avonds eten en borrelen we met Elian en Philip in de wijk Bellavista.

Op donderdag doen we het rustig aan, want die avond gaan we naar het optreden van Underworld en Paul Oakenfold! We nemen 's avonds na een goede pastamaaltijd de taxi naar de Santiago Arena. Als we de grote hal binnenlopen is het feest al behoorlijk gaande. De hal is helemaal gevuld en de Chilenen gaan los. Party hardy! Het lijkt wel alsof we in Nederland zijn. Er worden neonkleurige lampjes verkocht, Nokia reclame rolt langs digitale schermen EN er wordt Heineken bier verkocht. Underworld laat de Arena al flink schudden, maar Oakenfold steelt de show. Gezellig feestje!

De volgende dag gaan we naar het museum van pre-Columbiaans kunst. Klein maar interessant. We lopen daarna door een grote winkelstraat en zien een straatartiest aan het werk. Met een geschminkt gezicht haalt hij zonder te praten grappen uit met het langslopende publiek. Mensen achterna lopen en na-apen, doen alsof hij iemand de hand gaat schudden (maar dan toch de hand wegtrekken), ballonnen maken voor kinderen en die dan weer laten ontploffen, lachen! Hij heeft een enorm ruime kring van publiek om zich heen, want niemand durft dichtbij te komen. Wij nemen plaats tussen enkele andere mensen op een trapje achter de artiest. We denken veilig te zitten, maar dat blijkt toch even tegen te vallen! Hij komt op een gegeven moment voor ons staan en maakt gebaren dat Laurens moet komen. Aargh, dat was niet de bedoeling! Tot Laurens zijn plezier moet ook Christina komen. Ja, daar sta je dan met zijn tweeën! Er worden de nodige grappen gemaakt over onze lengte (en de zogenaamde kleine bijbehorende kabouter van Laurens) en vervolgens gaat hij met de ballonnen in de weer. Hij maakt eerst een zwaard en daarna een bloem. Uiteraard moet Laurens deze aan Christina schenken. Daarna worden we ten overstaande van een groot publiek door meneer de clown getrouwd. We wilden het nog vertellen, echt!

Zaterdag 5 april vertrekt onze bus naar La Serena. Een ritje van 'slechts' zeven uur. Het stadje ligt aan de kust en is wel erg rustig. We vragen ons af waar iedereen is, maar als we in de 'mall' aankomen weten we het. We denken even dat we weer in een Aziatisch warenhuis zijn beland. Modern en druk! Het vinden van een vegetarische maaltijd blijkt wel even moeilijk, maar lukt uiteindelijk.

De volgende dag vertrekken we voor een dagtour naar de Elqui Valley. Deze vallei loopt van La Serena naar het oosten richting de Andes. In een minibusje krijgen we samen met een Chileens gezin en een Duitse vrouw allerlei informatie van de gids/chauffeur. We zien een uitermate droog landschap, maar de vallei zelf heeft veel kleur vanwege de vele gewassen die er verbouwd worden. Papaya's, avocado's, sinaasappels en vooral ook de druiven die gebruikt worden voor de Chileense drank Pisco. De groene gewassen vormen een prachtig contrast met de bruine bergen op de achtergrond. We bekijken een grote dam en gaan daarna naar een Pisco fabriek. We krijgen uitleg over het brouwproces en mogen natuurlijk wat pure Pisco drinken..sterk spul hoor! We bezoeken ‘s middags het kleine plaatsje Pisco Elqui en een klein museum ter nagedachtenis aan Gabrielle Mistral, een bekende Chileense dichteres. De trip eindigt in Vicuña en we hebben nog voldoende tijd om te eten en hier even rond te lopen voordat ons avondprogramma begint.

Om tien uur stappen we in een bus die ons naar het sterren-observatiecentrum Mamalluca brengt. Noord-Chili is dankzij haar transparante lucht (330 wolkenloze dagen per jaar en nauwelijks vervuiling) de plek met de grootste concentratie astronomische observatiecentra ter wereld. Wij bezoeken een voor het publiek opengesteld centrum. Als we aankomen op de top van een heuvel en de lichten van het busje uitgaan is het even pikkedonker. We kijken omhoog en zien de sterrenhemel, wow! De gehele zuidelijke hemisfeer straalt boven ons. De maan is er niet, wat het bekijken van de sterren nog beter mogelijk maakt. Een enthousiaste sterrenkundige jongen geeft ons een zeer interessante uitleg. Hij vertelt over de sterren, de zon, sterrenbeelden, hemellichamen en kometen. Met een laserpen wijst hij de sterren en lichamen aan. Door de buiten opgestelde telescoop kunnen we de sterren van dichterbij bekijken, ongelofelijk! Voor de grote telescoop gaan we naar binnen en nemen de trap naar de koepel. Hij stelt de telescoop in en het dak begint te draaien. Hier zien we de planeten Mars en Jupiter van dichtbij. Geweldig om te zien en het is allemaal nauwelijks te bevatten. Met een nietig en verbluft gevoel rijden we rond middernacht terug naar La Serena. We vallen als een blok in slaap. De laatste etappe in Chili houden jullie van ons tegoed!

Patagonië, natuurschoon in Chili en Argentinië!

Zondag 9 maart, we bevinden ons in Ushuaia. We hoeven het onderling niet eens af te spreken, vandaag wordt een typische ‘lummeldag'. Een dag zoals we die af en toe even nodig hebben. Uitslapen, lezen, internetten en vooral ook even bijkomen. De Antarctica reis heeft niet alleen een diepe indruk gemaakt, maar ons ook vermoeid. We kopen vandaag wel de Lonely Planet Zuid-Amerika en lezen over de dingen die Patagonië ons te bieden heeft. Steile bergtoppen, enorme gletsjers en veel wind. Klinkt goed, maar vandaag nog even niet.

De volgende dag hebben we er weer zin in. Na een matige nacht regelen we eerst een ander hostel. Rustiger en dichter bij het centrum. We doen boodschappen en bij de 'Lavanderia' halen we onze gewassen kleren op, lekker schoon. Lopend door Ushuaia vragen we ons af of de stad toch niet 'Fin del Mundo' (einde van de wereld) heet. Overal worden we er op gewezen. Je kan hier zelfs een einde van de wereld stempel in je paspoort krijgen. Leuk, maar die ruimte houden we liever vrij. We nemen een busje naar het nationale park 'Tierro del Fuego' (Vuurland). In drie uren maken we een mooie wandeling langs heuvels en steenstranden bij het Beagle kanaal. 's Avonds maken we een lekkere pastamaaltijd klaar in het hostel.

Dinsdag doen we nog een dagje rustig aan. Voor de volgende dag staat er een busrit gepland van 14 uur. Bij de supermarkt doen we de nodige boodschappen om ons er door heen te slaan. Het is even doorbijten als de wekker om kwart voor vijf af gaat de volgende ochtend. Door het donker lopen we naar de bus. Er staan al veel jonge backpakkers te wachten. Eenmaal in de bus kijken we tevreden om ons heen. Aardig wat beenruimte en we zitten redelijk voorin. Eindbestemming vandaag is Peurto Natales. Een Chileens stadje dat als vertrekpunt voor één van de grootste trekpleisters van het land fungeert: Torres del Paine National Park! De busrit valt ons alles mee. We rijden door een dor en vrij vlak landschap met af en toe wat huizen of een tegenligger. De eerste lama hebben we ook gespot! Al snel arriveren we bij de grens. Bus uit, stempeltje halen, even in je tas laten kijken en bus weer in. Stukje rijden en dan nog eens. De bananen die we hoopvol in de bus hadden verstopt worden wel fijntjes door de douaniers meegenomen. Hebben die ook wat gezonds bij de lunch. Leuke onderbreking vormt de veerdienst over de Magellan Straits. Een aantal Commerson dolfijnen zwemmen een stukje mee en springen vrolijk uit het water. Prachtige beesten! Bij Punta Arenas hebben we tijd om wat te eten voor we op de volgende bus stappen voor het laatste gedeelte. Het is donker als we in Puerto Natales aankomen, maar het hostel is gelukkig snel gevonden.

De volgende dag staat in het teken van het voorbereiden van onze trekking in Torres del Paine. Vervoer regelen, eten kopen en huren van wat spullen. Laurens laat zich bij een geïmproviseerde kapperszaak in de woonkamer van een señora nog even kortwieken. We zijn er klaar voor. De dag erop is het zover, tijd voor actie! In vier dagen gaan we de W-trekking bij de Torres del Paine doen. Dit natuurgebied is genoemd naar drie massieve pilaren van graniet, die bijna 3000 meter boven de Patagonische steppe uitsteken. In deze vier dagen lopen we ruim 75 kilometer door een dramatisch landschap van steile bergtoppen, gletsjervelden en valleien met watervallen en mooie meren. We hebben geluk, want het weer is prachtig! Op de eerste dag zien we na een stevige klim de beroemde Torres vanaf een hooggelegen uitkijkpunt. Indrukwekkend!

We slapen onderweg bij de 'Refugios' in dormkamers. We hoeven op die manier niet een tent mee te slepen, wat ons vaak ook iets vrolijker over de paden doet huppelen dan de mensen die dit wel doen. De tweede dag is een zware, maar prachtige dag. We lopen 28 kilometer. In en uit de Franse valei met superuitzicht op de Glaciar Frances en de Cuernos del Paine. Het is ook erg gezellig onderweg. We komen regelmatig dezelfde mensen tegen die de route (in de vorm van een W) dezelfde kant oplopen. Met Vincent en Jill, twee Amsterdammers die we in de bus vanuit Ushuaia ook al hadden gesproken, kunnen we het goed vinden en lopen we de derde dag gezellig een stuk mee. Als we bij de refugio aankomen moeten we wel oppassen dat we niet van het pad afwaaien. Een warme douche, een goede hap eten en daarna gezellig nazitten met een biertje en pisco sour voor Christina doen onze vermoeide voeten snel vergeten. De laatste dag lopen we richting de grote Grey gletsjer en keren daarna terug om de bus te halen die ons naar Peurto Natales brengt. Wat een geweldige wandeling!

Als we de volgende ochtend wakker worden regent het pijpenstelen. Dit zal de gehele dag niet veranderen. Komt mooi uit, want de dag staat bij ons in het teken van niks doen! Woensdag mogen we weer vroeg uit de veren. Om 7 uur ´s ochtends nemen we de bus naar het Argentijnse El Calafate. Een busrit van slechts 5 uur met wederom de grensformaliteiten natuurlijk. De stempels van Chili en Argentinië doen goede zaken in onze paspoorten! Het is inmiddels ook bijna Pasen en accommodatie vinden blijkt hierdoor nog een behoorlijke opgave. Met Vincent en Jill komen we erachter dat veel hostels volzitten. Het lukt ons toch om een paar bedden in een hostel te veroveren. Vrij ranzig ding trouwens, maar wel goedkoop. El Calefate zelf is een leuk stadje, hoewel het toerisme er wel erg ingesleten is. Heel logisch verder, want ze hebben de Perito Moreno gletsjer om de hoek liggen. Een gigantische gletsjer die door velen als één van de hoogtepunten van een bezoek aan Patagonië wordt bestempeld. Wij zijn benieuwd! Samen met Jill en Vincent laten we het eten en de drankjes goed smaken. Als we rond 1 uur 's nachts terugkomen zijn we wat minder blij. Het hostel zit vol met mensen die luidruchtig bezig zijn. De inmiddels dronken eigenaar doet vrolijk mee. We spreken hem erop aan, maar het is onbegonnen werk. Het is wel een ongelooflijk grappige sjappie met zijn halflange haar..maarja, daar sta je dan. Slapen zit er echt niet in zo. Gelukkig hanteren ze in Zuid-Amerika het systeem 'betaal maar wanneer je er zin in hebt' en hadden wij nog niet betaald. Laurens heeft binnen 10 minuten een kamer bij een hotel verderop geregeld. Eerst te duur bevonden, maar nu na een snelle onderhandeling meer dan prima! Toch nog lekker slapen.

Donderdag 20 maart, we gaan de Perito Moreno gletsjer zien! Samen met Vincent en Jill nemen we een taxi naar het Los Glaciares National Park waar de gletsjer zich in bevindt. Na anderhalf uur rijden zien we hem al in de verte. De Perito Moreno gletsjer is een reusachtige gletsjer van 60 meter hoog, 7 km breed en zo'n 30 km lang. Als we over de platforms voor de gletsjer lopen kunnen we het bijna niet bevatten. Wat een gigantisch ding! Een lange muur van ijs met erachter een ijsveld zover we kunnen kijken. De Perito Moreno gletsjer is niet de grootste gletsjer ter wereld (dat is de iets verderop gelegen Upsala gletsjer), maar wel één van de bekendste. De gletsjer groeit zo´n twee meter per dag. Hierdoor horen we hem constant kraken, steunen en werken. Hoogtepunt zijn de momenten dat we een groot stuk van de gletsjer zien afkalven. Met een enorme knal zien we het ijsblok te water gaan, wat weer een mooie golfslag tot gevolg heeft. We hebben geluk, want dit gebeurt tot wel vier keer toe! Tevreden rijden we naderhand weer terug.

We weten de volgende ochtend als we wakker worden nog niet helemaal wat we willen. We zijn te laat voor het hotelontbijt en komen er daarna al snel achter dat we niet nog een nacht kunnen bijboeken. We regelen een busticket om diezelfde middag nog naar El Chalten te vertrekken. Aan het einde van de middag komen we aan in El Chalten. Voordat we het plaatsje inmogen krijgen we eerst een korte toelichting over het Nationale Park aangezien El Chalten in het Los Glacieres park ligt. Geen rotzooi achterlaten, fikkie stoken of plassen in de nabijheid van beekjes en meren. Prima. We hebben ook al zicht op de prachtige bergenrange van het Fitzroy massief. Gedeeltelijk besneeuwd en andere zo steil dat er geen sneeuw op blijft liggen. El Chalten is klein plaatsje van iets meer dan 1000 inwoners (in de winter halveert de bevolking). Het is in 1985 uit de grond gestampt door de Argentijnen om de Chilenen voor te zijn met het bieden van toegang tot de indrukwekkende omliggende bergen. De wegen zijn nog onverhard. Een stoffige bedoening dus. De riolering en stoepranden zijn inmiddels wel alvast aangebracht. Het dorp zelf is wel al volledig op toeristen ingesteld. Het is volgebouwd met kleine hotels, cabinas en guesthouses. Toch hebben we weer moeite met het vinden van accommodatie. Leuk dat Pasen! 's Avonds eten we gezellig met de Nederlanders en een Amerikaanse.

Zaterdag ziet het weer er 's ochtends veelbelovend uit. We trekken snel onze (stinkende) loopschoenen weer aan. Vandaag maken we een stevige trekking door het gebied. Korte broek aan, op naar de Fitzroy! Na vier uur lopen, waarvan het laatste stuk erg stijl omhoog, komen we zwetend aan bij het uitkijkpunt op de heuveltop. Wow! We staan tegenover de met sneeuw bedekte bergen en de daaruit stekende bergspitsen tegen een strakblauwe lucht. Daarvoor enkele gletsjers die in de meren ervoor eindigen. Echt een prachtig gezicht. We genieten een tijdje in de zon van het uitzicht. De terugweg lopen via de andere kant terug. Weer 4 uur lopen. Daarna snel wat eten en slapen!

De opvolgende twee dagen vermaken we ons in El Chalten met rondlopen in de omgeving, lekker eten en drinken en het schrijven van ons reisverhaaltje. Relaxte paasdagen dus. Met Vincent en Jill eten we paasmaandag voor de laatste keer gezellig samen. Zij vliegen de volgende dag door naar Buenos Aires. Wij nemen de beruchte Ruta 40 richting het noorden. Een busrit van 14 uur brengt door uitgedroogde, kale pampa's naar het grensplaatsje Los Antiguos. De weg is voor het grootste gedeelte van gravel, maar wel mooi vlak. Vanuit Los Antiguos zullen we Chili weer ingaan. Hasta luego!

Antarctica: het witte continent

We kunnen het niet geloven, maar we zijn er echt geweest: ANTARCTICA! Wat een geweldige ervaring! Het ruige landschap en het ongerepte wildleven hebben een verbijsterende indruk op ons gemaakt. We zien enorme ijsbergen, ontelbaar veel gletsjers en een oneindig wit landschap. Duizenden pinguïns geven ons een warm onthaal, maar toch voelen we ons verder van huis dan ooit. Niet zo gek, want Antarctica is niet voor niets de laatste grote wildernis op aarde.

Na een leuke dag rondlopen in Santiago vliegen we via Buenos Aires (we slapen er alleen een nachtje) naar Ushuaia. Een toeristisch maar gezellig Argentijns stadje dat de naam 'zuidelijkste stad van de wereld' claimt. Om deze reden is de stad ook uitgegroeid tot belangrijkste vertrekhaven voor trips (of expedities zoals de reisorganisaties het zelf noemen) naar Antarctica. Op woensdag 27 Februari is het voor ons eindelijk zover! Nadat we zijn opgehaald met de bus lopen we tegen het eind van de middag tussen de andere passagiers het schip op. De 'Antarctic Dream' is onze verblijfplaats voor de komende tien dagen. Opgewonden nemen we sleutel van onze hut in ontvangst. Het ziet er super uit, een lekker bed, leuke meubels die allemaal aan de muur zijn vastgemaakt (we maken ons helemaal geen zorgen!) en zelfs een televisie waar dagelijks films op te zien zijn. We vinden het eerste dagprogramma al in onze kamer dat aangeeft dat we om 18:30 in het restaurant worden verwacht voor een eerste briefing. Het restaurant heeft enorme ramen en dat geeft een mooi uitzicht. Het schip is ondertussen gaan varen en we zien Ushuaia steeds kleiner worden. Met een mooie avondzon varen we door het bekende Beagle kanaal. We hadden veel oudere mensen verwacht, maar als we om ons heen kijken zien we ook wat mensen van onze leeftijd, gezellig! Al snel ontdekken we andere Nederlanders, maar van de 70 passagiers zijn we 'slechts' met zijn achten. Na een korte introductie van de kapitein wordt er om 19:30 een heerlijk driegangendiner geserveerd. Terwijl we later op de avond ons bed opzoeken zet ons schip koers naar Kaap Hoorn (ontdekt door een Nederlandse ontdekkingsreiziger uit Hoorn). Dit is het zuidelijkste punt van Zuid-Amerika.

Voordat we Antarctica bereiken, trotseren we gedurende twee dagen de Drake Passage, beter bekend aan boord als de Drake Shake. Francis Drake was een beroemde Engelse ontdekkingreiziger. Tussen 1577 en 1580 zeilde hij als eerste Engelsman de wereld rond. Op 6 september 1577 vaarde hij succesvol door de Magellan Straits, maar de volgende dag kwam hij vast te zitten in een heftige storm. Hier ontdekte hij de samensmelting van de grote en Atlantische oceaan, een turbulent gebied dat nu bekend is als de Drake Passage. Met windkracht 6 varen we over het wilde water, dat het schip behoorlijk doet bewegen. Van voor naar achter, van links naar rechts is de beste manier om het te beschrijven. Veel van de passagiers hebben ondanks medicatie last van zeeziekte. Christina krijgt er ook last van en ze blijgt gedurende twee dagen lekker in bed! Laurens voelt zich gelukkig best goed en woont dan ook de presentaties bij die door natuurkundigen in de conferentiekamer worden gegeven. Hij leert het een en ander over zeezoogdieren en het ontstaan van het Antarctisch continent.

Op vrijdag varen we dan daadwerkelijk in Antarctische wateren en zet het schip zijn koers verder voort naar het zuiden. Vandaag staat er een verplichte presentatie over reguleringen op het programma. Christina doet haar uiterste best om erbij te zijn. Met een plastic zak in de aanslag naar de conferentieruimte. Na twee minuten rent ze weer terug naar de hut, het bed was toch beter! In de avond bereiken we de eerste Antarctische eilanden! The South Shetland Islands is een keten van 540 kilometer lang die bestaat uit vier grote eilandengroepen, die het noordelijke deel van het Antarctische schiereiland beslaan. We zullen de aankomende dagen een aantal van deze eilanden bezoeken.

Het leven aan boord
Het leven op het schip is strak gepland. Drie keer per dag eten op vaste tijden, 7:30, 12:30 en 19:30. Het ontbijt is een buffet met cornflakes, worstjes, verschillende broodjes, jus, koffie en thee. Het middag- en avondeten bestaat uit drie gangen en de kok weet ons steeds weer te verrassen. Tijdens de tocht over de Drake Passage, wordt er tweemaal daags een interessante presentatie gegeven in het Spaans en in het Engels. Op de dagen die we doorbrengen op de wateren van het Antarctisch continent, maken we twee landingen per dag, meestal rond 9:00 en 14:30. Alle passagiers zijn verdeeld in vier groepen genaamd Shackleton, Amundsen, Scott en Ross. De groepen worden in van tevoren vastgestelde volgorde met Zodiacs (kleine oranje rubberboten) naar het landingspunt gebracht. Voordat de landing begint pakken we ons van top tot teen in! We hebben zelf twee broeken gehuurd, maar de jassen en laarzen krijgen we de eerste dag op het schip. Ruim dertig bemanningsleven zorgen ervoor dat iedereen van alle gemakken is voorzien. Er is onder andere een dokter aan boord, een hotelmanager en natuurlijk de kapitein. Iedere dag ligt er een programma in de hut voor de volgende dag. Alsof dat niet genoeg is galmt er bij iedere activiteit een stem door de hutten die aangeeft dat het tijd is voor een landing, ontbijt, lunch of avondeten. Het 83 meter lange schip waar we op verblijven is een oud Marineschip dat vroeger werd gebruikt voor het bevoorraden van nederzettingen op Antarctica.

We zijn er!
Doordat we Antarctica hebben bereikt, is iedereen helemaal enthousiast. Door de omliggende eilanden, is het water een stuk rustiger en is het aan het ontbijt een stuk drukker. We hijsen ons na het ontbijt in onze uitrusting (dikke jas, broek, laarzen, handschoenen en muts) helemaal klaar voor de eerste landing op één van de Aitcho Islands. Onze groep Scott staat als tweede op het programma en we staan te trappelen. De Zodiacs liggen al klaar om de groepen te vervoeren, maar helaas wordt de landing op het laatste moment afgeblazen. Door de heftige wind is een veilige landing helaas niet mogelijk. We zijn gewaarschuwd voor de weersomslagen hier, maar zijn toch teleurgesteld. We varen meer noordelijk naar Half Moon Island, waar we na de lunch aankomen. Helaas zijn de weersomstandigheden niet beter en wordt ook deze landing afgelast. Terwijl we koers zetten naar onze volgende bestemming, genieten we de rest van de dag van de geweldige uitzichten, ijsbergen, zeehonden en een prachtig wit landschap...adembenemend!

De volgende dag is het dan echt zover, het weer is gunstig en we stappen met onze groep in de Zodiac. Het is 1 graad, dus de dikke kleding is niet overbodig. Tien minuten later staan we op Danco Island, omgeven door Gentoo pinguïns (of Ezelspinguïns in het Nederlands). We mogen niet te dichtbij de pinguïns komen, tenzij ze ons zelf opzoeken en dat doen ze! De beestjes zijn zo nieuwsgierig dat ze in groepjes van drie op je afwaggelen om eens te kijken wat er aan de hand is. Je kunt duidelijk merken dat ze zich niet bedreigd voelen door mensen. Tussen de honderden Gentoo pinguïns staat een jonge koningspinguïn er verlaten bij. Dit jong behoort tot één van de grootste pinguïnsoorten (alleen de keizerspinguïn is groter), maar leeft normaal gesproken op subantarctische plekken zoals de Falkland Islands. Dit jong is duidelijk zijn koers kwijt en zal de winter niet overleven. ´s Middags landen we op Cuverville, waar we worden omgeven door jonge Gentoo pinguïns. De jonge pinguïns nemen hun eerste duiken in ondiep water, ze bereiden zich voor op het verlaten van hun kolonie en hun eerste reis naar open zee. We moeten uitkijken waar we lopen, want de pinguïns blijven lekker op hun buik liggen. We kunnen wel uren naar de beesten kijken. Ze glijden op hun buiken de heuvels af, springen in kleine poeltjes en schijten de hele boel onder. Na onze allereerste landing, hing er een zurige lucht in onze hut. Na wat verwijten over en weer, kwamen we er achter dat we vergeten waren onze laarzen af te spoelen, stinken!

De volgende dag brengen de Zodiacs ons naar Port Lockroy, waar naast een enorme pinguïnkolonie ook een Britse basis is gevestigd. De basis werd tijdens de oorlog gebruikt voor het monitoren van Duitse schepen. Het is nu een klein museum, postkantoor en winkel, waar nog steeds drie Britse onderzoekers de zomer doorbrengen. Een vreemde gedachte dat mensen hier maandenlang verblijven, in de kou, tussen een legio aan pinguïns! We zien ook een eenzame Chinstrap pinguïn. Deze pinguïnsoort is normaal gesproken al vertrokken naar warmere oorden. Deze pinguïn is duidelijk zijn kolonie kwijtgeraakt. Na ons bezoek aan dit eiland brengen de Zodiacs ons naar het naburig Wiencke Island. Naast pinguïns en geweldige zeevogels, zien we een enorm walvisskelet liggen. 's Middags landen we op Petermann Island, waar we wederom worden omringd door de kleine waggelende beestjes. Naast de Gentoo pinguïns is dit tevens een eiland waar de Adelie pinguïn voorkomt. Een mooie pinguïn met zwarte kop en witte ringen om de ogen. We moesten er wat meer moeite voor doen, want ze zijn een stuk schuwer dan de Gentoo. Maar wat een geweldige beestjes! Terwijl we 's avonds koers zetten naar de volgende bestemming, kletsen we moe maar voldaan nog even na met onze medepassagiers.

Op dinsdagochtend zetten we onze eerste stappen op het vasteland van Antarctica! Tot nu hebben we alleen eilanden van het schiereiland bezocht. Neko Bay is vernoemd naar een walvissenschip dat in het begin van de twintigste eeuw opereerde langs het Antarctische schiereiland. We zien zeehonden, zeemeeuwen en twee geweldige gletsjers. Ik vergeet bijna de pinguïns, maar ook die waren erbij! We brengen de middag varend door in Dallman Bay. In deze baai bevinden zich veel bultrugwalvissen die zich hier voeden aan kleine zeediertjes. Deze enorme dieren begeven zich richting de winter naar warmere wateren in het zuiden en tijdens onze tocht zien we wel vele walvissen, indrukwekkend! Het mooiste uitzicht hebben we vanaf het dek bij de controlekamer. Drie bultrugwalvissen zwemmen onder het schip door en geven ons een onvergetelijke show. We zetten onze koers vervolgens voort naar Deception Island voor onze laatste dag tussen de Antarctische eilanden.

Zwemmen op Antarctica
De volgende ochtend staat er een zeer vroege landing op het programma. Rond zes uur in de ochtend zet Laurens samen met de groep voet op het eiland Whaler's Bay. De oude hokjes die er nog staan, dateren uit 1910 toen dit eiland werd gebruikt als basis voor het verwerken van walvissenvlees. Het weer is niet al te best, dus na een korte wandeling begeeft Laurens zich terug naar de boot. Na het ontbijt hebben we nog een hele speciale landing bij Pendulum Cove waarbij we kunnen zwemmen. Christina richt zich op het nemen van de foto's terwijl Laurens in zijn zwembroek het ijskoude water trotseert! Nee ok, zwemmen heeft hij gedaan, maar niet in het ijskoude water. We bevinden ons op een vulkanisch eiland, waar de actieve vulkaan warme onderstromen creëert. Als je in het water ligt, graaf je je letterlijk een weg naar het warme water. Toch heel bijzonder om te kunnen zeggen dat je op Antarctica hebt gezwommen! Jammer genoeg was dit onze laatste landing van de reis, we zetten koers naar open zee. 's Middags geeft Raphael een boeiende presentatie over de opwarming van de aarde.

De Drake Shake
Het duurt niet lang voor we weer in de Drake Passage zitten. Ditmaal laat meneer Drake zich helemaal van zijn ruige kant zien. Met winden van 45 knopen (kracht negen!) gaat het schip behoorlijk tekeer. Golven van tien meter hoog! Op een zeker moment komt het schip bijna niet vooruit. We varen tegen de golven in en dat is bijna niet te doen. De kapitein waarschuwt voor de heftige golven, naar buiten gaan is niet toegestaan en we moeten goed opletten waar we lopen. Vuistregel; altijd één hand voor het schip! Terwijl Christina probeert in bed te blijven liggen, aanschouwt Laurens het natuurgeweld vanuit het restaurant. Terwijl de stoelen in het rond vliegen, lopen de obers af en aan met drankjes en voedsel. Het is maar goed dat ze antislip matjes op de tafels hebben liggen anders was het al lang een hele dikke puinhoop. Ze moeten ook behoorlijk hun best doen om niet om te vallen. Toch ziet Laurens een ober, maar ook andere mensen onderuitgaan. In de middag van 7 maart zien we dan toch echt land verschijnen! Terwijl we langzaam het Beagle kanaal invaren, wordt de zee een stuk rustiger. Het restaurant begint weer vol te lopen met mensen en we genieten van de kalmte van de zee. Terwijl het schip haar anker uitgooit genieten we van een laatste avondmaal. Vanavond slapen we nog op het schip.

Als we de volgende ochtend door onze patrijspoort kijken zien we de haven van Ushuaia weer. We nemen een snel ontbijtje en lopen het schip af. Lekker weer die vaste grond. Het is het einde van onze Antarctica droom. Een intens en fantastisch avontuur!

Paaseiland

Maandag 18 februari landen we na een vlucht van vijf uur op het mysterieuze Paaseiland. Het eiland is niet groter dan Ameland en is ooit ontdekt door Jacob Roggeveen op, je raadt het al, Paaszondag. Rapa Nui, zoals het door de inwoners genoemd wordt, hoort bij Chili en is dus onze eerste bestemming in Zuid-Amerika!

We verblijven deze week bij Oscar. Op het vliegveld staat hij samen met andere accommodatie-aanbieders al gewillig te wachten. Onze kamer is eigenlijk gewoon in zijn huis en 's morgens ontbijten we gezellig met de andere gasten aan de tafel in de woonkamer. De eerste dag slenteren we door het dorp Hanga Roa. Bijna alle 3500 inwoners van het eiland wonen in dit dorp, ver van het vasteland van Chili. De prijzen zijn hier hoger dan we hadden verwacht, maar hoe kan het ook anders! Alles wat hier wordt genuttigd komt van het vasteland en wordt per boot of vliegtuig getransporteerd. Een auto of koelkast nodig? Eerst naar Chili om te shoppen en dan tot een paar weken wachten op aflevering. Als we door de enige 'winkelstraat' lopen, zijn we verrast door de Polynesische uitstraling van de inwoners. Behalve de Spaanse taal doet ons nog weinig Zuid-Amerikaans aan.

Op dinsdag doen we nog even rustig aan. ´s Avonds nemen we bij een lokaal hotel plaats in een ruimte die is opgezet als bioscoop. We kijken de film 'Rapa Nui', een hollywood productie die de geschiedenis van het eiland vertaalt naar een romantisch verhaal. Leuk om alvast een voorproefje te krijgen van de geweldige beelden (moai's) die verspreid liggen over dit eiland. Morgen gaan we ze in het echt bekijken! De volgende ochtend stappen we in onze gehuurde auto waarmee we het eiland gaan verkennen. We rijden langs de kust en zien de eerste beelden al liggen. Er schijnen rond wel 400 moai's over het eiland verspreid te liggen! Wat de beelden precies moeten voorstellen, hoe ze werden verplaatst (ze wegen tot wel 25 ton!) en hoe ze rechtop werden gezet is tot op de dag van vandaag giswerk. Er wordt gedacht dat de beelden voorouders vereerden. Bijna alle beelden hebben ooit langs de kustlijn van het eiland gestaan. De moai's stonden met hun gezichten naar binnen en niet naar de zee, waarschijnlijk ter bescherming van de inwoners. In oorlogen tussen eilandbewoners zijn alle beelden omver getrokken en de meeste liggen nog steeds in stukken met hun neus in het gras. Gelukkig zijn er een aantal projecten opgezet en staan er nu toch aardig wat beelden rechtop.

We parkeren onze auto bij Rano Raraku, een vulkanische krater waar bijna alle beelden werden ‘geproduceerd'. We zien nog overal halve beelden uit de aarde omhoogkomen, een indrukwekkend gezicht! We bezoeken hierna het nabijgelegen Ahu Tongariki, vijftien moai's naast elkaar, adembenemend. We rijden langs de kust naar het noorden van het eiland, waar we vlak aan het grootste strand van Paaseiland een koud drankje nuttigen. We bezoeken nog een grot en twee andere Moai sites, waaronder een rij van zeven rechtopstaande beelden. 's Avonds eten we in een van de leuke restaurantjes en terwijl we teruglopen genieten we nog van de maansverduistering. Op donderdagochtend rijden we om half zeven 's morgens naar Ahu Tongariki. Het is nog helemaal donker als we aankomen en langzaam zien we de maan en de sterren verdwijnen. De zon komt op achter de beelden en we genieten met slechts drie andere nieuwsgierigen van dit prachtige spektakel.

We hebben veel gehoord over het duiken op Paaseiland. Doordat er weinig plankton in het water zit, schijnt het zicht hier wel tot 50 meter te zijn. Op vrijdagochtend plonsen we dan ook net voor de kust het water in. Het zicht is veel minder dan we hadden verwacht en er zijn hier niet veel vissen. Alles wordt goedgemaakt als we een Moai onder water zien liggen! Met een zeester in zijn oog ligt dit beeld er wel heel verlaten bij.

Na het ontbijt rijden we op zaterdagochtend in een taxi naar Ranu Kau, een inactieve vulkaan dichtbij Hanga Roa. In nog geen twintig minuten staan we op de kraterrand en genieten van het mooie uitzicht. Vlakbij is het nationaal park dat toegang geeft tot wanden vol met periglieven en allemaal kleine huisjes die vroeger werden gebruikt tijdens de vogelmancompetitie die op dit punt van het eiland werd gehouden. Rond 1500 zwommen iedere lente jonge mannen vanuit Orongo naar een klein rotseilandje, om het eerste ei van de bonte stern te zoeken. Wie als eerste een ei onbeschadigd naar het hoofdeiland bracht werd uitverkozen om de Vogelman te mogen aanwijzen. Dat bracht natuurlijk weer bijzondere voorrechten met zich mee.

De taxichauffeur zet ons na dit avontuur weer af bij Chez Oscar. Als we willen betalen probeert hij drukgebarend in het Spaans iets duidelijk te maken. We zijn deze taal nog niet geheel machtig, maar na tien minuten heen en weer gebaar blijkt dat deze meneer liever Laurens zijn horloge wil hebben in plaats van zijn geld! We leggen hem vriendelijk uit dat we het horloge nog nodig hebben, helaas!

's Avonds bezoeken we samen met Joop (een Nederlander die ook bij ons in het guesthouse zit) een dansshow. Het geheel doet ons een beetje denken aan de show die we op Moorea hebben gezien, al is dit wel wat professioneler. Het is een geweldige show en als klap op de vuurpijl moet Joop het podium op om zijn danspasjes te laten zien aan de dames van de dansgroep, lachen!

Ons bezoek aan Paaseiland was heel bijzonder, wat een aparte geschiedenis voor zo'n klein eiland, midden in de stille oceaan! We vliegen de volgende dag door naar het vasteland van Chili. Via Santiago en Buenos Aires landen we twee dagen later in de meest zuidelijke stad ter wereld, het Argentijnse Ushuaia. Vanuit deze stad vertrekken we naar het meest afgelegen continent ter wereld, Antartica, daarover snel meer...

Frans-Polynesië: het tropische eiland Moorea!

Op maandag 18 januari vliegen we in vijf uur naar Papeete, de hoofdstad van Frans-Polynesië, gelegen op het eiland Tahiti. Frans-Polynesië bestaat uit zes eilandengroepen, maar wij brengen onze tijd door op Moorea, één van de Genootschapseilanden.

We krijgen in het vliegtuig al helemaal het Polynesische gevoel te pakken. De stewardessen lopen rond in gekleurde jurken en enkele hebben zelfs een duidelijk zichtbare tatoeage op hun schouderblad. De dames delen aan het begin van de vlucht bloemetjes aan ons uit, grappig! We hebben voor het eerst tijdens onze reis (en we hebben toch al 16 vluchten gehad) een lcd-schermpje in de stoel voor ons en we kunnen naar hartelust spelletjes spelen, films en series kijken! We zijn door de tijdsgrens gevlogen, dus als we aankomen kan de klok 22 uur achteruit, we hebben een hele dag extra! Bij de controle op het vliegveld mogen we met ons Europees paspoort zo doorlopen, officieel gezien bevinden we ons immers op Frans grondgebied. Het is al behoorlijk laat en donker als we aankomen in Papeete, nu nog op zoek naar een slaapplaats. We lopen wat door de stad samen met een Nieuw-Zeelandse backpacker, maar zonder kaartje is het lastig om het hostel te vinden. Gelukkig zijn er nog wel wat mensen op straat en vinden we twee enthousiaste dames (met mannelijke trekjes) die ons het hostel wijzen, merci!

We worden maandagochtend wakker van een paar luidruchtige Fransen. We begeven ons daarna naar het ontbijt in de achtertuin. Lekker hoor, zo´n stokbroodje! We checken uit en lopen door het centrum van Papeete naar de veerboot die heen en weer vaart tussen Tahiti en Moorea. Moorea is het dichtstbijzijnde eiland en schijnt erg mooi te zijn, dus daar willen we de rest van de week doorbrengen. Na een half uur varen zijn we aan de overkant. Moorea is met een omtrek van 60 kilometer qua grootte vergelijkbaar met Texel. Doordat het een vulkanisch en bergachtig eiland is, loopt er alleen een weg langs de buitenkant van het eiland. Via deze weg rijden we met Le Truck naar het plaatsje Pao Pao. We hebben nog geen accommodatie geboekt, maar het is laagseizoen, dus we gaan kijken wat we kunnen regelen. Onderweg zien we de mooie baaien met blauw water, witte stranden en palmbomen al. We vermaken ons hier wel! We kijken eerst bij hotel Club Bali Hai en daarna enkele andere hotels. Hmm, Club Bali Hai zag er toch wel heel goed uit... We gaan de onderhangeling nog eens aan en komen uiteindelijk voor een mooi prijsje terecht in een overwater bungalow aan de baai! Een prachtige bungalow op palen, met een terras en trapje naar het water, een eigen keuken, ruime douche EN in de vloer een kijkgat zodat we de visjes voorbij zien komen. Zodra de medewerker weggelopen is maken we even een vreugdedansje. Hier houden we het wel een weekje vol. Vanaf het terras plonzen we meteen het water in om te snorkelen. Onder het genot van een Tahitiaans biertje genieten we ´s avonds van de zonsondergang, wat romantisch!

Met de slaap nog in de ogen lopen we de volgende ochtend onze veranda op. De zon schijnt en we genieten tijdens het ontbijt van de rust en de omgeving. De Cook baai waar we aan zitten geeft ons een fantastisch uitzicht op de bergen aan de overkant en de oceaan. We doen die dag ook niets anders dan lekker op het terras in de zon zitten met af en toe een duik in het water. Tegen de avond zien we in de verte een behoorlijk donkere lucht aankomen. De weersomslag duurt nog wel even en terwijl we naar de visjes in het water gluren, zien we voor onze bungalow een enorme pijlstaartrog voorbijkomen! Al zwevend door het water begeeft hij zich richting de oceaan, geweldig! Als het harder begint te waaien gaan we lekker naar binnen om een bord pasta te maken. Terwijl er buiten een heftige bui klettert, genieten wij van onze warme maaltijd.

Als Christina de volgende ochtend nog lekker ligt te slapen, probeert Laurens buiten wat leuke foto's te maken. En ja hoor, daar komt alweer een pijlstaartrog voorbij zwemmen. Bij het restaurant hebben ze wat eten in het water gegooid. Dat lusten de vissen wel. Er komen zelfs twee haaien langs! 's Middags lopen we een stuk langs de baai op zoek naar een leuk strandje. Het lijkt allemaal op privé-terrein, maar een aardige meneer vindt het niet erg als we even gebruik maken van zijn steiger. We wandelen de steiger op en snorkelen wat rond bij het mooie koraal. Op de terugweg liften we met een Fransman en zijn twee kinderen mee. Hij woont hier nu anderhalf jaar met zijn vrouw en kinderen en kan in ieder geval vier jaar blijven. Geen verkeerde plek om naartoe te emigreren! ´s Avonds genieten we van een dans- en muziekshow bij ons resort. Dames met bloemetjes in het haar en blote buiken laten ons zien hoe er hier gedanst wordt en dat is vooral met de heupen!

Op donderdagochtend worden we opgehaald, want we gaan duiken! We doen vandaag twee duiken, één om acht uur en één om tien uur. Na een korte bootrit floepen we achterover het water in. Het is in één woord geweldig! Het zicht is goed en de watertemperatuur 29 graden. Het eerste wat we zien is een enorme Barracuda die onder de boot hangt. Deze langgerekte vis is zo'n twee meter en heeft een bek vol vlijmscherpe tanden die hij maar al te graag laat zien, scary! We zien verder blacktip reefsharks, clownfish en honderden mooi gekleurde tropische vissen. Maar het meest onder de indruk zijn we van de gigantische citroenhaaien die hier rondzwemmen. We zijn tijdens de tweede duik omringd door wel zes van deze enorme beesten. De duikinstructeur heeft een stuk tonijn in zijn jack zitten, waardoor ze de hele tijd om ons heencircelen. Vanaf de boot zien we na het duiken ook nog dolfijnen, vliegende vissen en een schildpad. ´s Middags gaan we lekker in onze ligstoelen liggen om even bij te komen. Het is vandaag Valentijnsdag, dus we gaan lekker uit eten bij een Italiaans restaurant. De rest van de dagen koken we zelf, want de prijzen zijn hier om van te schrikken. Een tas boodschappen voor drie dagen kost hier ongeveer 80 euro en voor een simpel etentje buiten de deur ben je hetzelfde kwijt (en dan hebben we het niet over een driesterrenrestaurant).

We hebben gisteren zo genoten van het duiken dat we op vrijdagochtend weer het water inplonzen. We gaan vandaag naar Tiki, een mooie duiksite waar het schoonmaakstation voor de haaien is. Ze openen hun bek en er komen allerlei kleine visjes in om het geheel eens een goede schoonmaakbeurt te geven, dat willen we zien! De duik is geweldig en we zien weer veel haaien voorbijkomen. Helaas geen schoonmaakbeurt vandaag, dat is jammer! Aan het einde van de duik stopt de duikmaster een stuk tonijn onder een steen en voordat we het weten worden we omringd door wel 15 haaien, echt te gek! Ze drukken de steen met de neus aan de kant en trekken de tonijn er onder vandaan. Weer een prachtige duik.

Op zaterdagochtend huren we een paar fietsjes en fietsen acht kilometer naar het Temae strand aan de andere kant van het eiland. Het snorkelen schijnt hier heel mooi te zijn, dus wij gaan meteen het water in. We moeten er een stukje voor zwemmen, maar zitten dan al snel tussen het mooie koraal en mooie vissen. Het zicht is super, 30 meter! Als we terugzwemmen spot Laurens het 'monster van Moorea' tussen het koraal! Even schrikken, maar wat een geweldig beest. Het is een Moray Eal (een soort platte slang met grote bek) van twee meter! Het beest zit normaal in een grot en dan zie je alleen zijn hoofd, maar nu is hij geheel te zien, het is gewoon eng. Snel gebaart Laurens Christina die verderop zit om ook te komen. Door de snorkel roept ze 'sjeezus...wat een ding..'..en kruipt snel achter Laurens. Na deze spannende snorkelactie, liggen we even lekker op het strand onder een palmboom.

Op zondagochtend stappen we om 9:30 op de boot voor een lagoonpicknick. De eerste stop is een snorkelplek waar de haaien worden gevoerd. Terwijl we ons vasthouden aan een touw schieten er van alle kanten haaien op ons af, spannend! Als we omringd worden door wel een stuk of dertig blacktip reefsharks is het wel heel heftig! We varen door naar ondieper water en zien vanaf een afstandje de pijlstaartroggen al aankomen. Ze zijn gewend om gevoerd te worden en kennen het geluid van de motor. Pijlstaartroggen kunnen dodelijk zijn wanneer ze met hun staart steken. Ze doen dit volgens onze gids alleen als ze zich bedreigd voelen of in het nauw gedreven. Je moet bijvoorbeeld niet op ze gaan staan, euhm, ok. We springen het water in en voelen de gigantische vissen om ons heen zweven. We krijgen een stukje vis om de beesten te lokken. Ze zwemmen helemaal bij ons op om hun hapje te komen halen. Overal komen deze reusachtige beesten het water uit. Een beetje eng maar wel een geweldige ervaring! Als we later de boot aanleggen bij een lagoon, krijgen we een heerlijk buffet voorgeschoteld, wat een luxe! Om drie uur 's middags zetten we weer voet aan wal bij ons hotel.

Een beetje verdrietig wachten we in de lobby op onze transfer, vandaag moeten we dit geweldige eiland verlaten. Met de ferry varen we in een half uur terug naar Papeete en eten iets bij een tentje op een gezellig pleintje aan de haven. Vannacht vliegen we naar Paaseiland, dus we lopen vast naar de bank waar volgens onze serveerster Le Truck vertrekt naar het vliegveld. Er staat verder geen bord ofzo, dus we kijken een beetje om ons heen. Na vijf minuten wachten stopt er een klein autootje met een gezin van vier. De Franse dame vraagt ons waar we heen moeten en biedt ons vervolgens een lift aan! Ze moeten die kant toch op. De hele auto wordt verbouwd, fietsen op het rek gegooid, kinderen op schoot en we passen er amper bij. Wat een vriendelijkheid! We bedanken ze wel tien keer als we een kwartier later op het vliegveld staan. We moeten ruim vier uur wachten, maar dat geeft niet, op de energie die we van hier hebben gekregen, kunnen we de hele nacht wel opblijven. Frans-Polynesië, Au Revoir!